woensdag 23 december 2009

Een betrouwbare partner: “Apen van je schouders houden”


"Buiten was er geen respect op straat naar de bewoners en de politie en veel jeugdoverlast. Er was heel weinig contact met jongerenwerk. Wel was er jeugdoverleg met de deelgemeente, maar je merkte toen dat er heel veel afstand was tussen de partners tot elkaar. We zaten aan tafel met jongerenwerk, de deelgemeente en de woningcorporatie. Ze zaten wel aan tafel maar er werd in de marge gepraat. Er werd geen samenwerking naar elkaar gezocht. Ons overleg was er juist voor om dingen door te geven die speelden. In de notulen zag je wel namen staan, maar niemand sloeg er echt op aan en er was ook geen bereidheid naar elkaar om informatie te delen. We hebben destijds een eerste conferentie gehad en toen proefde ik al dat de sfeer slecht was. Iedereen was met zijn eigen ‘tokootje’ bezig. Dat komt omdat je elkaar niet kent, elkaars werkwijzen niet weet en er was een hele grote afstand naar elkaar. Ik dacht echt ‘wow'; we waren meer een bedreiging naar elkaar dan dat je het samen met elkaar wilde oplossen. Toen hebben we stappen genomen om meer naar elkaar toe te komen. De stadsmarinier heeft daar een grote rol in gespeeld door met een projectleider de koppen bij elkaar te steken. Dat was ook wel nodig want jongerenwerk koos partij voor de jeugd en de politie had het steeds gedaan. We moesten gewoon gaan investeren in persoonlijk contact in de organisaties. Met name bij jongerenwerk hebben we heel veel ons gezicht laten zien, zorgen dat je afspraken nakomt, helder naar ze zijn en dat heeft heel erg bijgedragen aan het goede contact. Persoonlijk contact daar gaat het om. De coördinator van jongerenwerk bleek toen een belangrijke kartrekker en motor achter de beweging. Het was natuurlijk niet goed dat een aanpak afhankelijk is van personen. Een stukje vertrouwen is heel belangrijk. Je moet zorgen dat wanneer ze bellen dat je direct klaarstaat. Er moet dan wederzijds vertrouwen ontstaan en dan kun je andersom ook wat vragen. Dat moet je als partner consequent doen.

Wijkagent Afrikaanderwijk Rotterdam, Lianne Verheul

Denkpatronen in geel vakmanschap

De politie is niet (meer) alleen verantwoordelijk voor veiligheid. We spreken tegenwoordig van 'partners in veiligheid'; integraal samenwerken in ketens, veelal onder regie van de (deel)gemeenten. Afhankelijk van het criminaliteitsprobleem zoeken partners elkaar op. Dat beperkt zich niet tot overheidsinstellingen; ook het bedrijfsleven en particuliere instanties nemen deel. Denk aan woningcorporaties, winkeliersverenigingen en maatschappelijke organisaties. In deze operationele netwerken neemt iedereen deel vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid. Partners informeren elkaar over en weer en spreken elkaar actief aan op afgesproken prestaties. De politie kent in dit verband een vierde kerntaak: 'signaleren en adviseren'. De politie signaleert op basis van incidenten en aangiften criminaliteit- en overlastproblemen, en geeft zo nodig en gevraagd advies hoe deze problemen aan te pakken. Veel wijkagenten zien voor zichzelf een belangrijke rol weggelegd in deze netwerken. Je kent ze wel; de wijkagent 'die altijd naar een vergadering in de wijk is':

Toepassingen in de praktijk:

Schoolveiligheid:
De wijkagent bezoekt regelmatig de scholen in de buurt en laat zijn gezicht zien bij congreices en docenten. Zij kennen hem en voorzien hem/haar van informatie over incidenten op school. De school houdt daartoe een incidentenreistratiesysteem bij, waarin alle incidenten worden beschreven. Soms is dat een dilemma voor een school: zij wil haar imago hoog houden. De wijkagenten trekt op met de 'schoolpartners' in het aanspreken van jongeren in het publieke domein. De verantwoordelijkheid van de school houdt immers niet op bij de poort. Hij/zij participeert in het schooljeugdoverleg en stuurt aan op gezamenlijke acties op het gebied van vekeer rondom de school of stemt af over schoolevenementen. Bij acute problemen of incidenten onderneemt hij direct actie. Wijkagenten onderhouden alleen contact met de school, wanneer de school ook actief deelneemt aan het landelijke 'schoolveiligheidsplan'.

Typische uitdrukkingen van 'gele' vakmensen:

"Het is belangrijk dat we een win-win situatie creeren"

"De neuzen moeten dezelfde kant op staan"

"Laten we 'rond de tafel' gaan zitten om dit aan te pakken"

"Om het te laten werken, moet je elkaar wel de bal toespelen"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten